Lisette Koch – Het piertje maakt verbinding
met de polen en harmonische ordening is
het resultaat

Deze trancereis maakte ik op 17 december 2019. Vanaf september 2006 geef ik actief vorm aan mijn leven als Sjamaan. Ook voor die tijd was er natuurlijk al een groot bewustzijn voor spiritualiteit. Ik kon en kan een sturende, stuwende kracht ervaren voorbij de grenzen van mijn zintuigen (en soms ook net erbinnen) en voelde en voel nog steeds dat die kracht vanzelf in de richting van groei en heel-worden staat.

Omdat ik jaren werkte in een wetenschappelijke omgeving en zelf een wetenschappelijke opleiding heb gehad, heb ik lang gewacht met vorm geven aan dat diepe besef. Behalve regelmatig bezoek aan diverse kerken. Een reis om de wereld van 6 maanden met mijn gezin, echtgenoot en drie schoolgaande kinderen, maakte dat ik me los kon maken van de ongeschreven regels van die omgeving. De behoefte om dat onzichtbare terrein dat ik zo diep ervaren kon verder te verkennen en vorm te geven nam toe. Zo begon ik aan mijn Sjamanenpad, een vruchtbaar pad.

In de loop der jaren heb ik onder begeleiding van Ria Font Freide veel mogelijkheden aangereikt gekregen om me spiritueel te ontwikkelen. En steeds ontmoet ik reflecties van vormen, van inspanningen van andere mensen op eenzelfde reis. En dan valt mij bevestiging ten deel van wat ik ook ervaar, al verschillen de vormen. Ik ben een ‘Groene Genezer’, een Genezer vanuit het hartchakra. En mijn vorm is: Genezer door Wezensweten. Dit is het diepe weten dat beklonken is in al wat bezield is. Mijn genezerschap krijgt vorm door vanuit mijn wezensweten contact te maken met een ander wezensweten. Want in de grond is dat Wezensweten één en hetzelfde. Via mijn zintuigen ben ik meer gaan ervaren. Ik kan soms dingen zien voorbij mijn ogen, soms dingen horen voorbij mijn oren en heel vaak: dingen voelen en gewaarworden buiten.. ja wat? Dat kan zich op allerlei manieren aandienen. Wat het eerst kwam en zich het sterkst ontwikkelde is een gevoel van magnetisme, altijd subtiel aanwezig, soms overrompelend sterk. Een belangrijke lering die continu meereist is: loslaten. Ik wilde vérder, dóen, léren! Meer en meer word ik me bewust dat mijn eigen energie en aandacht richten en vervolgens ervaren wat dat oproept, dat dát eigenlijk is wat nodig is. Al wat ik verder lees en studeer is eerder bevestigend dan volslagen nieuw. Harder werken, nog meer studeren levert niet noodzakelijk nog meer op.

In de trancereis die nu volgt komen de twee aspecten die ik noemde, magnetische kracht en loslaten, zo mooi terug. De reis heeft me geholpen dit weer vooraan in mijn bewustzijn te zetten en dat was nodig! Want mijn reisvraag was: Waarom ben ik zo vaak ziek dit laatste jaar? Het antwoord was heel in het kort: omdat ik weer in de valkuil was gestapt van léren, vérder en dóen.

Mijn trancereis

Ik ga met mijn vraag reizen via de aarde naar beneden. Ik start bij mijn zuiderboom, een statige eucalyptus aan de rand van een canyon in het hart van Australië. Mijn linkerwang voelt de zonverwarmde stam en ik voel de warme rode aarde onder me. Ik reis de stam in en zak naar beneden. Daar ben ik een tijdje tussen de wortels van de boom. Geleidelijk komen ondergrondse twijgen vanuit de wortels naar me toe en ze beginnen me te omwikkelen tot ik me voel als een zacht ingebakerde baby. Ik lig ook in een babyhouding onder die prachtige boom, een stukje onder de grond. Als dit mandje waarin ik lig ingebakerd klaar is blijkt het een enorme schommel te zijn, die me heen en weer wiegt en me bij iedere slag verder naar beneden laat zakken. Ik reis door de aarde heen, mijn blik in de richting van waar we heen gaan. Opeens opent de aarde zich aan de onderzijde en kijk ik van grote hoogte op een blauw-groene zee met land. Op dat land zie ik allerlei torens en torentjes. Prachtige vormen en het oogt sprookjesachtig. Steeds dichterbij komend zie ik dat al die mooi vormen slechts ladders en laddertjes zijn. Honderden. Allemaal schots en scheef tegen elkaar aan en deels gestapeld. En ze gaan allemaal nergens heen. Wat idyllisch leek voelt nu als een platte, tweedimensionale wereld.

Wanneer ik inmiddels op het land sta zie ik tussen de ladders door fragmenten van een grote, dikke vorm. Die is van metaal. Hoewel ik geen ingangen zie voel ik dat ze er wel zijn en dat mijn hart de sleutel tot die ingangen is. Ik voel ook dat het metaal lacht. Het is lachend zachtgeel-oranje metaal. Mijn hart opent een ingang en ik kom in een gigantische buis terecht. In mijn verbeelding ziet de supergeleider van CERN er ook zo uit van binnen. Ik zie allerlei kleuren voorbij schieten. Het is prachtig! Alle kleuren die ik ken en ook alle kleuren van alle metaal-elementen. Het is een rijkdom. En ik voel dat ik alles kan zijn, al die metaaleigenschappen: gas, vloeibaar, vast, bros, licht, zwaar, sterk, álles! Ik blijf daar een tijd en ben dan benieuwd naar wat er aan de binnenkant van die ring ligt. Als er een buitenkant is, die ik net ben binnengegaan, dan zou er ook een gebied moeten zijn wat aan de binnenkant van die ring ligt. Opnieuw met mijn hart open ik een ingang aan de andere kant en stap uit de ring. Ik kom middenin een gigantische graancirkel terecht. Ik ben er tegelijk als klein persoon in en ook zie ik het van boven. Een prachtige harmonieuze graancirkel die uit allerlei kleinere graancirkels, die onderling ook weer patronen vormen, is opgebouwd. Ik sta sprakeloos. Dan komt een piertje naar me toe. Het is een soort regenworm maar dan verticaal staand, net zo hoog als het graan van de graancirkel. Het piertje legt me uit dan zijn pijpje hol is om verbinding te maken met de polen. Die zijn magnetisch. Als het piertje dit doet, dan ordent de wereld om hem heen zich vanzelf. Ik zie het ook, het gebeurt voor mijn ogen: als de piertjes zich openstellen op de polen, dan vormen zich graancirkels en al die gevormde graancirkels zijn weer meteen passend in een groter geheel. Ik zie hoe alle gebeurtenissen zich ordenen als in een graancirkel, wanneer je je afstemt op de polen! Ik vraag het piertje of dit altijd zo gaat bij iedereen. Nee, alleen als je een hol piertje bent dat afstemt op de polen, is het antwoord.

Het is geweldig! Ik blijf nog een tijdje in de binnenring. Wanneer mijn vraag opkomt die ik wilde stellen, waarom ik het laatste jaar zoveel ziek ben, krijg ik steeds het beeld van de laddertjes. Ik kan ze eindeloos beklimmen, steeds hoger en verder, maar in feite gaan ze nergens heen ondanks alle inspanning. Maar als ik mezelf tot een hol piertje maak, en me afstem op de polen, dan ordent zich de wereld vanzelf harmonieus. Het is tijd om terug te gaan. Mijn reis is ten einde. Via mijn zuiderboom kom ik terug in de kamer van waaruit ik vertrokken was.

Het effect van deze reis is dat ik nauwelijks meer ziek ben geweest. Vooral omdat ik door dit heldere beeld alles wat op mijn pad komt kan benoemen als: is dit een laddertje-dat- nergens-heengaat of is dit de metalen ring (de essentie, mijn Pad)? Dat is ontzettend helpend. Ik kan het nu gewoon voelen. Dit verhaal schrijven hoort dus bij de ring. En regelmatig maak ik een hol piertje van mezelf. Voor mij zijn trancereizen krachtige boodschappen recht vanuit Wezensweten. In heldere (beeld)taal die ik vatten kan. Trancereizen helpt me voorbij de waarnemingsdrempel van het soms vertroebelend drukke dagelijkse leven. Altijd met informatie in de richting van groeien en heel-worden.